duurzame kleiwinning

Geeft bescherming, nieuwe natuur en een hernieuwbare grondstof

Terug

Archeologisch experiment met klei 30-11-2021

Dat klei de belangrijkste grondstof is voor bakstenen, dakpannen en infrastructurele werken is algemeen bekend. Met kleiwinning beschermen we ons land ook tegen hoogwater en maken we nieuwe natuur. Steeds vaker vinden experimenten met klei plaats. Zo heeft archeoloog Peter van den Broeke uit Nijmegen klei gebruikt voor een archeologisch experiment.

In de Angerensche en Doornenburgsche Buitenpolder wordt door kleiwinning een gebied van circa 70 hectare groot gecreëerd waar natuur zich kan ontwikkelen. Een gebied dat ook bijdraagt aan hoogwaterveiligheid en waar je kunt recreëren. Een deel van het gebied blijft landbouwgebied, zoals dat nu ook het geval is. Het project is een samenwerking van Caprice baksteen en Delgromij. Met klei uit deze polder heeft Peter van den Broeke geëxperimenteerd. 

Archeologisch experiment

Wat was de bedoeling van de klei uit Angeren voor het archeologische experiment? Peter meldde vooraf: “de experimenten hebben als uitgangspunt de hompen sterk verhitte klei (leem) in een kuil van ongeveer 1600 voor Christus die we hebben gevonden bij archeologisch onderzoek in het Betuwse deel van Nijmegen (Nijmegen-Noord). Met het experiment wil ik te weten komen of deze leemhompen werden gebruikt als kook ’stenen’, als vervanging voor echte stenen. Met verhitte stenen kon men koud water aan de kook brengen, en wellicht kon dat ook met de leemhompen.”


 

Steengoed resultaat

In juni en september 2021 hebben de experimenten plaatsgevonden. Peter: “de bedoeling was om na te gaan hoe hete kleibollen zich - na eerst gedroogd en gebakken te zijn - zouden houden bij confrontatie met koud water. Zouden ze in brokken uiteenvallen of heel blijven?”

Het vermoeden bestaat dat de kringvormige grondsporen op de vindplaats in Nijmegen-Noord de overblijfselen van zweethutten (sauna’s) zijn en dat daar dus hittebronnen nodig waren. Peter zegt daarover: “vroeger werden keitjes gebruikt om water te verhitten en eventueel stoom te produceren, maar in de Betuwe waren geen grote stenen voorhanden. Vandaar het idee dat de gevonden kleibollen als vervangers van keitjes kunnen hebben gediend. De experimenten hebben laten zien dat de kleibollen daar uitstekend voor geschikt zijn, en zelfs bij een temperatuur van 350 graden Celsius pas na verschillende confrontaties met koud water barstjes vertoonden. Een steengoed resultaat!”

 

Archeoloog Peter van den Broeke

Peter mag dan wel met pensioen zijn, hij heeft zijn werk als archeoloog nog niet neergelegd. Hij is nu actief als vrijwilliger. Het experiment met de hete kleibollen was een eigen initiatief. Het wordt gebruikt voor een rapport dat Peter voorbereidt voor de gemeentelijke reeks ‘Archeologische Berichten Nijmegen‘. Peter deed tijdens zijn 40-jarige carrière onderzoek in verschillende gebieden, zoals het Waalspronggebied in Nijmegen. Zijn grootste vondst is klein van stuk: een drie centimeter hoog aardewerken ‘crypto-potje’ uit ongeveer 700 voor Christus. Voor het ‘Potje van Lent’ was nationaal en internationaal grote belangstelling.

Lees hier meer over Peter en zijn archeologische vondsten. 

Foto: © L. Mulkens


Klei is veelzijdig

Het is mooi om te zien dat rivierklei veelzijdig ingezet wordt. Als grondstof voor bakstenen en dakpannen, voor dijkverzwaring én dus ook voor archeologische experimenten en duurzame ontwerpen (kleibekers). Zo geven wij samen met anderen een heel andere dimensie aan de keramische toepassing van klei.