duurzame kleiwinning

Geeft bescherming, nieuwe natuur en een hernieuwbare grondstof

terug

Uiterwaardensysteem

Ooit kozen de riviertakken zelf hun weg door het laagland. Het landschap werd gevormd door rivier-gebonden processen zoals overstromingen, erosie en sedimentatie. Bij hoogwater overstromen de uiterwaarden en brengt het water delfstoffen mee die sedimenteren. Zodra het water weg trekt, blijft er een nieuw laagje grondstof achter; het land groeit aan.

Met de aanleg van dijken, kribben en dammen werd de overstromingsruimte verkleind en steeds sterker gereguleerd. Met de inperking van de overstromingsruimte werd de sedimentatie van zand en klei beperkt tot de uiterwaarden, ofwel het winterbed van de rivier. Daar is de opslibbing permanent doorgegaan. Sterker nog, door de aanleg van allerlei dwarskades kreeg de opslibbing zelfs een duwtje in de rug. Het uiterwaardenlandschap is in feite een ‘zelfrijzend systeem’ geworden, waar na elke overstroming nieuwe kleideeltjes achterblijven. Bijna overal liggen de uiterwaarden inmiddels hoger dan het ingeklonken, omringende land.